Leerlingen worden meegenomen in een sprookje over de Eekhoornprinses, die na een lange reis over zee aankomt in een paleis midden in het bos. Als ze ’s morgens wakker wordt, ontdekt ze het koffertje vol dierenvriendjes naast haar hemelbed, gelukkig zijn ze meegekomen. Ze ziet ook de leerlingen in haar kamer en vraagt of ze mee willen om het nieuwe paleis te verkennen. Een ontdekkingstocht begint: onderweg wordt er verkleed, worden de zintuigen aan het werk gezet en ontdekken de leerlingen de lievelingsdieren van de prinses in de schilderijen. Met alles wat ze onderweg herkent, begint de prinses zich thuis te voelen. Voldaan en moe van indrukken leggen de kinderen de Eekhoornprinses ten slotte te slapen op een berg van verkleedkleren.